nieuws

UVRI een nieuw fenomeen in onderhoud.
15 April 2016

UVRI een nieuw fenomeen in onderhoud.

Onderhoud was jarenlang bijzaak in Nederland. Door de opkomende belangstelling voor duurzaamheid is er ook steeds meer belangstelling gekomen voor het koppelen van duurzaamheid aan onderhoud.

Om in onderhoud vast te kunnen stellen welke materialen er nu eigenlijk duurzaam zijn kennen we meerdere methodes waaronder Cradle to Cradle, The Natural Step en Life Cycle Analyses.

Duurzaamheid is ook een containerbegrip maar als we het toespitsen op onderhoud zijn er meerdere indicatoren. Een van die indicatoren is het meten en vastleggen van UV belasting. Het R.I.V.M. meet deze UV belasting sinds 1994 en dit wordt sinds 2006 ook op internet gepubliceerd. Sinds 1997 hebben wij bij Liebregts een link gelegd naar de UV belasting voor gebouwen door deze in de praktijk te meten en vast te leggen.

De veroudering van bouwmaterialen, kunststoffen en coatings kunnen via ISO 11507 en ASTM G154 worden vastgesteld. De praktijk is echter de beste plek om beter voorspelbare onderhoudscycli te kunnen opstellen en uitvoeren.

Meten is weten.

Binnen het bedrijf Liebregts houden we ons al 20 jaar bezig met de invloed van diverse weersbelastingen waaronder UV belasting. Daarvoor gebruiken we de bij ons ontwikkelde UV resistance indicator. Wij noemen dit UVRI metingen. Door via een meetprogramma en meetplanning metingen te verrichten kan worden bijgehouden hoe bepaalde bouwonderdelen degraderen. Daarnaast kan het tempo waarmee deze degradatie plaats gaat vinden worden vastgesteld en kunnen meerdere scenario’s worden gemaakt om de kosten van onderhoud beheersbaar te maken. Ook kan de duurzaamheid hierdoor vergelijkbaar worden gemaakt.

Doordat wij voorlopig als enige in Nederland de afgelopen 20 jaar allerlei metingen, waaronder de UVRI, hebben verricht en vastgelegd beschikken wij over unieke kennis op gebied van duurzaamheid. Met behulp van deze kennis zijn wij als geen ander in staat te besparen op exploitatie en kosten van onderhoud. In de praktijk gaat het dan over besparingen tussen de 20 en 40 %.